De strijd om de Ebro (Tarragona) in 1938 was de grootste en bloedigste in de Spaanse burgeroorlog. Diverse overblijfselen hiervan zijn vandaag de dag te bezoeken. Een recent boek beschrijft ook de rol van Nederlandse strijders in deze oorlog.
De Spaanse burgeroorlog is in veel opzichten uniek. Om te beginnen wordt deze burgeroorlog als het begin van de tweede wereldoorlog gezien, met name ook door de inmenging van Hitler en Stalin. Het was ook de laatste romantische oorlog waarbij zo’n 35.000 idealisten uit de hele wereld naar Spanje trokken om te vechten tegen het fascisme en voor “de vrijheid van Spanje, de vrijheid van de wereld”. Ook ik werd in mijn jeugd betoverd door de boeken van Ernest Hemingway (For Whom the Bell Tolls) en George Orwell (Homage to Catalonia). Maar de burgeroorlog was bovenal een tragische en wrede oorlog waarbij landgenoten, buren, vrienden en familie verscheurd en op zeer bloedige wijze tegenover elkaar kwamen te staan.
Er is veel over deze tragedie te vertellen maar in deze Blog wil ik me beperken tot de hedendaagse sporen van de strijd om de Ebro in Tarragona, alsook de rol van de Nederlanders in deze burgeroorlog. Voor de geïnteresseerden, klik hier voor een 6-delige documentaire op YouTube (Engelstalig).
Bezoek aan de overblijfselen van de strijd om de Ebro
Maar wat gebeurde er nou eigenlijk bij de Ebro? Na de val van Aragon in de lente van 1938 waren de republikeinen op twee gebieden teruggedreven (zie de rode gebieden in het kaartje hierboven). Op 25 juli 1938 deden zij echter een verrassingsaanval vanuit het noorden, over de rivier de Ebro, om een brug te slaan tussen de twee gebieden. In korte tijd boekten de republikeinen (die tegen het fascisme van Franco vochten) een spectaculaire terreinwinst. In de kleine 3 maanden erna veroverde de nationalisten onder Franco dit gebied echter terug en vernietigde een groot deel van het republikeins leger. De republikeinen zouden deze slag niet meer te boven komen. De overmacht met de modernste wapens en elitetroepen uit Duitsland en Italië was te groot.
Voor meer informatie hierover is de website La ruta de los espacios de la batalla del Ebro (Spaanstalig) een aanrader. Deze website laat je in vier dagen langs de belangrijkste overblijfselen van de strijd om de Ebro gaan. In deze Blog zal ik daar 6 plaatsen van bespreken. Ieder van deze plekken laat zich goed combineren met andere excursies in de buurt (zie ook onze pagina met excursies vanuit Tarragona stad).
1. De loopgraven van Les Devees (La Fatarella)
In de gemeente La Fatarella ligt het Les Devees-complex, gevormd door zigzagvormige loopgraven en een schuilplaats die diende voor de soldaten om te rusten. Ook andere zichtbare sporen van de gevechten die hier hebben plaatsgevonden zijn er te zien, zoals twee kraters in de grond veroorzaakt door vliegtuigbommen.
Een paar kilometer van deze loopgraven ligt Les Camposines, een belangrijk knooppunt dat het kustgebied met het binnenland verbond. Talloze zeer bloedige Franco-offensieven vonden hier in september en oktober plaats om de republikeinen tot terugtrekken te dwingen. Deze wisten hier tot een paar dagen voor het einde van de strijd stand te houden. Er staat nu een gedenkteken, bestaande uit 40 panelen met ongeveer 1.600 namen van vermiste strijders.
2. Herdenkingsmonument van de Slag om de Ebro (Tortosa)
De bombardementen op de stad Tortosa doet ons Nederlanders denken aan die op Rotterdam. Vanaf 1937 viel er zoveel explosief materiaal op Tortosa (in zo'n 80 bombardementen) dat van de 4.000 gebouwen er 600 werden vernietigd en 2.400 beschadigd. Goede vrijdag, 15 april 1938, was de meest verwoestende dag: er viel die dag zo’n 55.000 kg aan bommen (ongeveer twee keer zoveel als in de stad Guernica, en meer dan de helft als in Rotterdam). Samen met andere vooraanstaande buitenlandse journalisten verbleef Ernest Hemmingway in Tortosa om de oorlog te verslaan.
Onder Franco werd het monument in 1964 in het midden van de rivier de Ebro opgericht en is daarom nog altijd controversieel. Tijdens een volksraadpleging in 2016 werd in Tortosa met twee derde van de stemmen besloten de ijzeren monoliet te behouden. Daarbij werden wel enkele franquistische elementen uit het monument verwijderd. Het monument vormt daarmee tegenwoordig een eerbetoon aan de doden van beide partijen en is uitgeroepen tot onderdeel van het cultureel erfgoed van Catalonië.
3. Miravet
Miravet, één van de mooiste dorpen in de provincie Tarragona, is een goed voorbeeld dat tragedie en schoonheid soms hand in hand gaan. Hoe mooi moet het uitzicht wel niet zijn geweest toen de republikeinse soldaten op 25 juli 1938 bij zonsopgang de rivier overstaken. De nationalisten van Franco gaven zich rond 14.00 uur over na talloze verliezen en de dood van hun bataljonscommandant. Vanaf dat moment werd de stad een materiaaldepot voor de soldaten die vochten in de bergen van Pàndols en Cavalls.
In de kleine historische wijk Miravet (Cap de la Vila) zijn nog steeds sporen zichtbaar van de bombardementen, zoals huizen in puin en granaatscherven op de muren van de Renaissance Esglèsia Vella.
4. De ruïnes van La Iglesia de Sant Pere (Corbera d’Ebre)
In het dorpje Corbera d’Ebre zijn ook diverse sporen van de Strijd om de Ebro te zien. De ruïne van La Iglesia de Sant Pere laat zien dat wreedheden van beide kanten kwamen. De associatie van de kerk met de nationalisten van Franco gaf aanleiding tot een antiklerikale golf (plundering van kunstwerken, vervolging en moord op religieuzen, etc. door de republikeinse kant) gepleegd in religieuze plekken zoals die van Iglesia de Sant Pere. Tegenwoordig is het een ruimte voor culturele activiteiten.
Loop hier vooral door de straten van Poble Vell in Corbera d'Ebre. Tip is verder een bezoek aan het museum 115 Days Interpretation Centre . De 115 dagen verwijst naar de duur van de Strijd van de Ebro.
5. Museo Memorial de la batalla del Ebro (Gandesa)
Gandesa, de hoofdstad van Terra Alta, was de stad die het Republikeinse leger probeerde te bereiken. Tevergeefs. Als het was veroverd, zouden de republikeinen een reële kans hebben gehad om naar het westen te trekken. In Gandesa is een bezoek aan het Memorial Museum of the Battle of the Ebro een must. Het museum is in 2011 opgericht op initiatief van een groep onderzoekers en verzamelaars en bevat allerlei militaire objecten zoals uniformen en wapens (met als pronkstuk een bom van 250 kg).
6. La Cota 705 (Sierra de Pàndols)
De beroemde Cota 705 van de Sierra de Pàndols (ook wel bekend als Punta Alta) was van grote strategische belang en cruciaal om de rest van de Sierra de Pàndols te controleren. Er werd hier dan ook zeer hard door beide partijen gevochten. Daarbij was er een verstikkende hitte (boven de 40 graden) en totaal gebrek aan water. Een ware hel op aarde.
Op de top van La Cota 705 ligt het Monument a la Pau (Monument voor de Vrede). Hier herdenken de overlevenden elk jaar op 25 juli de slachtoffers van de Slag om de Ebro. De top bereik je via een rotsachtig en steil bergpad welke niet altijd goed met de auto toegankelijk is. Als alternatief: zie hier link naar wandelroute op Wikiloc langs La Cota 705 van zo'n 9 kilometer.
Nederlanders in de Spaanse burgeroorlog
Ook uit Nederland trokken idealisten naar Spanje om te vechten tegen het fascisme. Tijdens de Spaanse burgeroorlog vochten zo’n zevenhonderd Nederlanders mee in de Internationale Brigades. Tijdens het laatste offensief aan de Ebro werden er honderd van de honderddertig Nederlanders gedood of gewond.
Recent is het boek "De oorlog tegemoet: Nederlanders en de strijd om Spanje, 1936 - 1939" uitgekomen. Hier worden op overtuigende wijze enkele van de Nederlandse strijders gevolgd, zowel voor, tijdens en na de Spaanse Burgeroorlog. Ze vertellen over de motivatie van de strijders, vaak om het fascisme te bestrijden.
In het Nederlandse nieuws werden ze echter als harde communisten afgeschilderd. Dat verklaart de koude ontvangst die hen bij hun terugkeer wachtte, het afpakken van het Nederlandschap en hun moeilijke weg naar rehabilitatie.
Tijdens de bezetting in de tweede wereldoorlog leverden deze oud Spanje-strijders een belangrijke bijdrage aan het verzet. Desondanks kregen alle overlevende veteranen pas in 1969 de Nederlandse nationaliteit terug.
Het boek beschrijft ook de rol van de Nederlandse Compagnie ‘De Zeven Provinciën’ bij de strijd om de Ebro. Hoe deze compagnie, geleidt door Piet Laros (zie foto boven, vooraan met pistool) aan de frontlinie in bootjes de Ebro ter hoogte van Ascό overstak. Na een eerste snelle opmars tot aan Gandesa, waren ze niet bestand tegen de steeds heftiger wordende luchtaanvallen. Binnen een aantal dagen telde de compagnie nog maar 36 leden en eindigde voor de Nederlandse compagnie de slag om de Ebro.
Illustratief is ook het verhaal van Johan Kloostra, hierboven op de foto (met pet op) aan het front. Hij was na de Spaanse burgeroorlog actief in het Nederlands verzet, zat in het najaar van 1944 met drie van zijn broers in het concentratiekamp Dachau, en hoewel geselecteerd voor een zogenaamde dodenmars naar onbekende bestemming, wist hij dit op wonderbaarlijke wijze te overleven.
Meer info is er te vinden op de website van de Stichting 36-39 (o.a. in het Nederlands, Engels en Spaans) en spanjestrijders.nl (alleen Nederlands). Ter ere van deze strijders is er in Amsterdam een plein naar hun vernoemd (“Plein Spanje 36 39”) en een monument opgericht.
Ook een aanrader is de documentaire "Strijdlustige Nederlanders in de Spaanse Burgeroorlog" van de VPRO (in het Nederlands). Zie de trailer hieronder.
Comments